Geschiedenis van ons gilde

Geschiedenis van ons gilde

Een Eerselse Mariabroederschap kreeg reeds in 1480 toestemming om in de nieuwe parochiekerk van Eersel een eigen altaar op te richten. Dat blijkt uit de oudste vermelding van de Eerselse Gilden in 1610 door I.B. Gramaye. Het Onze Lieve Vrouwe Gilde is een voortzetting van hierboven genoemde Mariabroederschap.

Het Gilde Boek

Het oudste object van het gilde is het boek “Gilde Boek & Ordenantiëns der Gilde van Onse Lieve Vrauwe binnen de Vrijhijt van Eersel“, waarmee een begin gemaakt is in 1751. Het Gildeboek begint met de vermelding, dat wat vastgelegd wordt, overgenomen wordt uit oudere geschriften. Het Gilde is dus van oudere datum. De schrijver van de betreffende Latijnse tekst, geneesheer Christianus Gerardus van Hemert, zal in 1770 zijn vader als hoofdman opvolgen.

Het originele gildeboek is gerestaureerd en wordt bewaard in het archief. Om het makkelijk te kunnen lezen heeft Theo van der Aalst, broer van de hoofdman van destijds Geert van der Aalst, in 1983 een transcriptie en bewerking gemaakt van het boek.

Dit is uitgegeven door de studie- en archiefcommissie Bond van Schuttersgilden Kring Kempenland.

De loffelijke en hoog beroemde Gilde van Onze Lieve Vrouw

In 1751 is deze hoofdman Johannes Franciscus van Hemert zo trots op zijn dorp, dat hij het “de vermaarde Vrijhijdt van Eersel “ noemt; zijn gilde noemde hij “de loffelijke en hoog beroemde Gilde van Onze Lieve Vrouw “. Vele familienamen van de gildeleden komen voor bij de teuten, de neringdoenden die tot ver in het buitenland hun handel dreven en die toonaangevend waren in de dorpsgemeenschap.

Scroll naar boven